De meest geliefkoosde hapjes van de Acantharia zouden tintinniden zijn. Met hun tentakelkrans vangen deze ééncelligen hun prooien en zwemmen ze voor- of achteruit naargelang van de draairichting van de krans.
Bij Codonellopsis-soorten betaat het achterste deel van de koker uit samengekoekte deeltjes die ze uit het water peuren. "Een echt kunstwerk" zegt men. Daar horen micro-organismen met complexe skeletten bij.
Op de laatste foto heeft de tintinnide zich teruggetrokken in zijn koker.
Andere ééncelligen die de Acantharia lusten zijn de diatomeeën. Ik kom verschillende soorten tegen die ik ken van uit de Noordzee waaronder onderstaande...
...maar ook enkele nieuwe.
Regelmatig kom ik voor verrassingen te staan: organismen of resten ervan die ik niet kan thuisbrengen.
Toch kan ik de Middellandse Zee niet meer zien zonder te denken aan de vele migranten die er zijn verdronken: minstens 25.000 sedert 25 jaar en nu gemiddeld zes per dag.
Ook vlak bij ons in het Kanaal proberen sommigen nu zelf over te varen of zelfs te zwemmen.
De kleur van de zee is er meestal blauw en dat is niet verwonderlijk want de zee weerspiegelt de kleur van de lucht en van hetgeen er in het water zweeft.
Watermoleculen vangen bijna alle zonlicht op behalve het blauwe deel van het spectrum dat wordt teruggekaatst en dat we dan zien.
De bladgroenkorrels van het fytoplankton vangen meer blauwe delen op en weerkaatsen de groene.
De Middellandse Zee is een diepe zee. Er komen weinig voedingsstoffen van de bodem naar boven voor het fytoplankton dat er bijgevolg minder talrijk is. Voeg daarbij de blauwe hemels en het wordt duidelijk waarom de Noordzee er meestal groener uitziet. Wel is waar dat ook andere zwevende deeltjes en de bodem bij ondieptes een rol spelen.
Voor een keer ga ik vissen in Benalmádena aan de Costa del Sol die al even volgebouwd is als de Belgische kust en ook een toevluchtsoord is voor oude petten, metten en visschers. Wel zijn veel straten er bebloemd en bomen worden er met respect behandeld. Ze dienen er niet om gekapt te worden. Zou dat komen vanwege de schaduw en afkoeling die ze brengen en onder Moorse invloed?
Acantharia komen vooral voor in tropische en subtropische zeeën. Elders zijn ze veel zeldzamer.
Meestal gelijken ze op een stralend sterretje. Hun amoebe-achtige kern zit rond een bundeling van stekels, spicules genaamd. Er bestaan vele soorten van. Sommige beschikken over 10, andere over 20 spicules. Bij sommige zijn ze even lang, bij andere verschillend in lengte en zelfs in vorm zoals onderstaande tekening laat zien.
Soms zitten de spicules vast in het centrum, andere keren zijn ze beweeglijk.
Zoals amoeben zijn Acantharia zeer plastisch en kunnen ze zich in allerhande bochten wringen om prooien te vangen. Dat is te zien op de eerste drie foto's. Hun dieet bestaat uit allerhande klein grut zoals bacteriën, tintinniden, diatomeeën, dinoflagellaten, larven van copepoden en schelpdieren enzovoort...die ik hier allemaal in het plankton aantref.
Daar veel Acantharia in symbiose leven met microwieren kunnen ze net als planten ook energie halen uit mineralen met behulp van het zonlicht. Zo leeft het schuimwier Phaeocystis dat we kennen van de Belgische kust er dikwiijls mee samen.
Vergrotingen staan bij de afbeeldingen vermeld. Bij 100x is het beeld 1,1 mm. breed, bij 200x 0,53 mm. en bij 400x 0,26 mm.
Ampliaciones
Dinoflagellaten zijn hier veel talrijker en ik tref meer soorten aan.
Als dinoflagellaten zich delen blijven ze een tijdje samenhangen zoals op de eerste foto is te zien.
Foraminiferen of gaatjesdragers maken een huisje aan van kalk, chitine of silicium. Sommige zoals Leptohalysis scottii kitten kwartskorrels, micaplaatjes, kalksteenstukjes of fragmenten van skeletten en naalden van sponsen aan elkaar om hun huisje te bouwen.
Acantharia, tintinniden, diatomeeën en foraminiferen zijn allen ééncelligen waarvan de details met behulp van een electronenmicroscoop nog veel duidelijker worden. Hiervoor verwijs ik naar het internet.
Vangst: 26/01/19 Uur: 12:00
Plaats: Benalmàdena, Espaňa Wind: O. Beaufort: 2 Golven: 15 cm
LW : 12:23 t° strandwater: 14° t° lucht: 20° helder UV 3
Benalmádena ligt dicht tegen de Straat van Gibraltar langswaar Atlantisch zeewater de Middellandse Zee komt binnengestroomd. Het westelijk deel van de Middellandse Zee vormt zo een ontmoetingsplaats van 2 ecosystemen en blijkt dan ook rijker te zijn aan plankton en andere organismen dan het oostelijk deel.
El Mar de Alborán wordt dit stuk zee genoemd naar een Tunesische piraat met de bijnaam Al-Borany, de Storm. In het midden ervan ligt een piepklein vulkanisch eilandje, La Isla de Alborán.
Om te vissen vaar ik mee met een Chinese jonk en 2 afstammelingen van Al-Borany in de hoop ééncellige Acantharia boven te halen. De zee is kalm en dat is ideaal want bij wild water zouden ze zich naar de dieptes laten zakken.
Protoperidinium-soorten vormen een aparte groep binnen de dinoflagellaten.